KunstwerkInstrumentActiviteitenNieuws

Composities

 MG 6274

Chain breaks


Chain Breaks

 

 

Componist: Christina Viola Oorebeek

 

 

(2012)

Het glazen Carillon, Paetzold and alto blokfluiten en electronica

 

De carillonmuziek van Jakob van Eyck klonk hoog uit de Domtoren

boven de hoofden van de bewoners van Utrecht in de 17de eeuw.

Beluisterd vanuit huizen, kerkgangers, passanten of mensen die bleven

staan of zaten in de tuinen rondom de Domkerk.

'Ambient' geluiden van de stad waren een integraal deel van wat je

buiten hoorde naast de klokken van het carillon of de blokfluit als die

ook werd gespeeld. In de 21ste eeuw hebben wij eveneens 'ambient'

geluiden maar wel door de komst van electriciteit kunnen die veel

luider klinken dan in de 17eeuw en er kunnen 'klankwedstrijden' met

de ijle klokken van het carillon en de blokfluit in onstaan. Dit gebeurt

in 'Chain Breaks', gemaakt voor dit bijzondere concert van de Stichting

Zingende Toren.

 

'Chain Breaks' schetst een denkbeeldige scene voor de luisteraar. Een

jonge loopt over het plein met een ietwat defecte boombox waaruit

met veel haperingen en ruis dansmuziek klinkt en dat net wanneer een

carillon-blokfluit duo wou beginnen een nieuw stuk uit te voeren.

De jonge komt drie keer langs. Zijn boombox horen wij het eerste - de

spelers willen wachten totdat hij voorbij gaat, maar dan beginnen ze

toch. Wanneer de jonge het plein verlaat horen wij dat het duo al

speelt.

De tweede keer stopt hij en gaat pesterig draaien met de knoppen van

de boombox - de blokfluit speler dwingend tot een soort duel met de

verbrokkelde dansmuziek. De blokfluit blijft over - de jongen loopt

verveeld weer weg. Carillon en blokfluit hervatten het samenspelen

maar nu komt de jonge voor een derde keer langs met een ander

nummer op waarmee het carrillon en de blokfluit verleid worden er

aan mee te doen. Het stuk eindigt met een bonte mengeling van stukjes

'Gabrielle Maditelle' van J. van Eyck, fragmenten Richie Hawtins

dancemuziek.

De titel 'Chain Breaks' wijst op de twee kettingen of stromen muziek

die in dit stuk een plaats innemen - de compositie van het duo en de

dansmuziek van de boombox. Deze onderbreken of verstoren elkaar,

je hoort de twee muzieken overlappen, stoppen, starten, samensmelten

en uit elkaar gaan.

De titel refereert ook aan de innovatieve improvisatie- en

compositietechnieken van Jacob Van Eyck, aan geordende patronen

van versnellingen en vertragingen in zijn tempo variaties op de vele

liedjes die hij in een beroemde bundel verzemelde. Op eigen wijze

speelt ook Oorebeek steeds met vertragingen en versnellingen in het

tempo van dit stuk.

Twee keer improviseert Erik op zijn contrabass Paetzold blokfluit en

alto blokfluit - in zijn duel met de boombox, en in de vrije omspeling

op 'Gabrielle Maditelle' van Van Eyck aan het einde vh stuk. Allebeide

instrumenten, maar vooral het carillon spelen ook melodietjes gehoord

in de dansmuziek aan het einde van 'Chain Breaks'.





 MG 6226

Jacobs Lied


COmponist: Wim de Ruiter

 

De compositie bestaat uit vier elementen, die verschillend zijn maar wel op elkaar aansluiten. De onderdelen heten Toren 1, Toren 2, Toren 3, Toren 4.

Helemaal aan het eind van de compositie wordt letterlijk een een-stemmige melodie van Jacob van Eyck geciteerd, in 4-stemmige bewerking. Vandaar de titel.

Toren 1

is geheel elektronische muziek, ca. 2 min . Deze bestaat uit twee lagen, een met korte onregelmatige tikjes achtige klanken en een met een aantal langere tonen. Deze laag wordt bewerkt (maar niet te druk) door de blokfluit. Zie hiervoor de twee papieren Toren 1a en Toren 1b. De noten na 10a hebben geen relatie meer met de lange tonen. Ze moeten zich aansluiten bij Toren 2. Aansluitpunt onmiddellijk na de kwart rust aan het slot.

Toren 2

bestaat vrijwel geheel uit het bespelen van het carillon van de toren, ca.1.30 min. Het carillon begint te spelen exact na de kwart rust aan het eind van het vorige element. Na enige tijd krijgt de blokfluit een eenvoudige bijdrage. Het slot, dat solo is voor de blokfluit, sluit exact aan op het volgende element: de laatste noot hier valt samen met de eerste noot van:

Toren 3

geheel elektronisch, ca. 2 minuten. Te horen valt een min of meer duidelijke suggestie van geluiden die in de natuur kunnen voorkomen. (De blinde Jacob ziet niets van de natuur, maar hoort het des te beter.) Geleidelijk veranderen (na ca. 1 min.) de klanken. Het crescendo aan het eind moet strak aansluiten op het laatste onderdeel:

Toren 4

De zang van Jacob komt niet vanzelf. Driekeer wordt het gezongen, iedere keer voorafgegaan door een krachtige elektronische klank. De‘zang’ wordt uitgevoerd door de blokfluit (de melodie) en het carillon (de begeleiding). De eerste keer wordt de muziek onherkenbaar beroerd uitgevoerd, met zeer veel dissonaten etc. De tweede keer gaat het al een stuk beter. Maar de laatste ‘uitvoering’ is perfect. De compositie haalt zo het einde.

 





Var on Var


Var on Var (2012)

Compositie van Luc Houtkamp (1953)


Balet, of Vluchste Nimphje vande Jaght is een van de vele variatiecomposities van Jacob van Eyck. Dergelijke composities lopen altijd volgens hetzelfde stramien. Het begint met het originele (meestal) volksliedje, daarna de variaties, Via een aantal stadia worden de variaties steeds ingewikkelder.
In Var on Var (2012) worden deze variaties opnieuw onder handen genomen door componist Luc Houtkamp. Het zijn als het ware variaties op variaties. Gedurende het stuk worden steeds meer noten van Van Eyck vervangen door noten uit een notenreeks, waarin een reine kwint en een grote terts een dominante rol spelen. Een drietal tussenspelen onderbreken de variaties. Daarin wordt verwezen naar Van Eycks betekenis voor de carillonmuziek in Nederland. Hij heeft een grote rol gespeeld in het stemmen van kerkklokken. Met de uitbreiding van een synthesizer en live elektronica wordt het proces van het stemmen tot leven gewekt.





IMG 0811[1]

GlasWerk


Doelstelling/visie van de compositieopdracht

Er viel iets te vieren, want de VVMG bestond 25 jaar. Dat betekent dus: feestelijke, kleurrijke muziek met een modern tintje ( Vrienden van Modern glas) en een sterke verbintenis naar glas.

  

Uitleg over de inhoud van de compositie

In mijn compositie "GlasWerk" verbind ik het glazen carillon ( De Zingen Toren) met allerlei klanken die glaskunstenaars maken bij het produceren van hun objecten/produkten ( het geluid van de oven, de glaskorrels, het glasblazen, het geluid van brekend glas, het geluid van de tang die valt, glas dat vergruisd wordt etc.) Tevens heb ik glasgeluiden gebruikt( o.a gestreken glas) die ik in mijn studio produceerde alsook enkele klokachtige klanken.

 

In de opbouw van de compositie volg ik als het ware het proces van het produceren van een glaswerk verdeelt in 4 secties

 

Sectie 1:Het geluid van de oven (donkerder en daardoor geheimzinninger gemaakt) en glaskorrels (op toonhoogte gebracht) dienen als ondergrond van het carillon die, na een sprookjesachtig begin, een Chinees aandoend thema ontvouwt.

 

Overgang sectie 1 naar 2

De ovendeur wordt geopend en de glasblazer blaast het glas leven in

 

Sectie 2

Het tempo is verdubbeld . Op basis van een Big Ben-achtig motief, harmonisch ingekleurd door gestreken glas en ritmisch ondersteund door castagnetten speelt het carillon een zich herhalend kort licht motief (met een zich steeds herhalende toon d als wisseltoon) in de hoge regionen.

 

Overgang sectie 2 naar 3:

Een drum break ,gemaakt met glas geluiden (vergruist glas, vallende tang, kapot gooien van glas, ontsteken van gasbrander)

 

Sectie 3

Zelfde harmonische ondergrond alssectie 2 , maar nu met een meer uitgewerkte melodie voor het carillon, die tegelijkertijd het Big Ben-achtige motief  in de hoogste regionen speelt( basis is dus plafond geworden!). Ritmisch worden de castagnetten aangevuld met drumgeluiden gemaakt van glasatelierklanken.

 

Overgang sectie 3 naar 4

verdere versnelling van het tempo via glissando van gestreken glasklank

 

Sectie 4

Zelfd harmonische basis als 3 , maar nu alles een hele toon hoger ( als in popmuziek!). Het tempo is nog sneller geworden . Het glasdrumstel is nog prominenter aanwezig ( de glasblazer is hard aan het werk!). Het klokachtige motief wordt nu , met korte echo's, door de carillonist in octaven gespeeld. Op het laatst worden, ter verhoging van de feestvreugde, buisklokken ingezet en barst het carillon uit in jubelend chain-ringing ( steeds maar weer herhalende toonladders van boven naar beneden)

Tot slot wordt het verhitte glas sissend in water afgekoeld.

 

 

Korte biografie van Ad:

 

Ad Wammes  studeerde compositie bij Ton de Leeuw, Theo Loevendie en Klaas de Vries, piano bij Edith Lateiner-Grosz en elektronische muziek bij Ton Bruynèl. Zijn -door Boosey&Hawkes uitgegeven- orgelstuk Miroir betekende zijn internationale doorbraak. Eervolle opdrachten uit Noorwegen (een Mis voor de stad Stavanger), Zweden ( een werk voor sopraansaxofoon en orgel voor het duo Paulsson&Canning) en Engeland (een werk voor cello en orgel voor het Svyati Duo) volgden. Momenteel werkt Wammes aan een driedelige educatieve serie voor piano, getiteld ‘Different Colours’, waarvan de eerste twee delen zijn uitgegeven door "De Haske". Eerder pianowerk verscheen bij Schott.

 Zie hier documentaire over Ad





Torenhoog Mijlenbreed-36

Merlijn Twaalfhoven

www.twaalfhoven.net

Het openingsconcert van de Zingende Toren is gecomponeerd en geregisseerd door Merlijn Twaalfhoven. Zo’n vijfhonderd leerlingen van het Amadeus Lyceum en het UCK nemen samen met een aantal professionele musici deel aan dit spectaculaire concert. Twaalfhoven gaf een serie workshops en ontwikkelde met de leerlingen een aantal glazen muziekinstrumenten, waarin de ‘afgekeurde’ klokken die door Bernard Heesen werden geblazen zijn hergebruikt. Beiaardier Boudewijn Zwart zal De Zingende Toren als eerste bespelen.

 

Gebeurteniskunst en concertmuziek, glas en stemmen

Twaalfhoven: “Mijn uitgangspunt voor de compositie is het verbinden van
geconcentreerde muzikale actie vanuit het klokkenspel op de toren met de omgeving. Het concert wordt een unieke samenwerking tussen scholieren en professionele musici, waarbij ik zoek naar een combinatie van twee verschillende werkwijzen: enerzijds de ‘gebeurteniskunst’, anderzijds de gefocuste concertmuziek. Deze twee werelden wisselen elkaar af, schuiven over elkaar heen of vallen samen in de compositie. Naast deze twee lagen zijn er twee lagen van andere aard: het glas dat wordt aangeslagen door het carillon en van alle kanten klinkt door middel van de zelfgebouwde instrumenten van de scholieren en de stemmen van de professionele zangers en de scholieren.”

 

Componist en theatermaker

Merlijn Twaalfhoven (1976) is componist en theatermaker. Hij studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam en volgde naast compositieles ook altviool, niet-westerse muziek en improvisatieklassen. Al tijdens zijn studie werkte hij intensief samen met kunstenaars uit andere disciplines en richtte hij stichting La Vie sur Terre op. Hiermee organiseert hij ongewone, vaak grootschalige locatieprojecten die een breed publiek opnemen in een totaalbeleving voor alle zintuigen. Culturele en maatschappelijke verschillen vormen vaak een aanleiding voor het creëren van grensoverschrijdend en maatschappelijk geëngageerd werk, dat hem de laatste jaren naar o.a. Palestina, Japan, de Arabische Emiraten, Syrië, Jordanië, Cyprus en Centraal Europa voerde. Zijn composities werden uitgevoerd door nationale en internationale orkesten en ensembles en hij ontving voor zijn werk meerdere onderscheidingen. Meer informatie, muziekstukken, korte films en teksten zijn te vinden op www.twaalfhoven.net. (Foto: Christine van den Hoorn)


Concerten

meer concerten




HANDLEIDING VOOR COMPONISTEN

Componist Roderik de Man stelde een handleiding samen voor het maken van composities voor het glazen carillon en de klankschalen van de Zingende Toren. De audio-fragmenten zijn helaas niet meer beschikbaar, de handleiding zelf kunt u hier downloaden.

 


PDF DE ZINGENDE TOREN Handleiding Componisten 2009